U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Onderzoeksgrond aanwezig gelet op gesignaleerd staande medeverdachte en horen getuigen.

Uitspraak



13/684926-14

GERECHTSHOF AMSTERDAM,

MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER

BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,

wonende te [adres],

thans verblijvende in het huis van bewaring De Schans te Amsterdam,

tegen de beslissing van de rechtbank te Amsterdam van 29 januari 2015, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 2 februari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beslissing van die rechtbank.

Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. M.K.J. Dikkerboom.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beslissing waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en de gronden waarop deze berust. Ten aanzien van de ernstige bezwaren sluit het hof aan bij de overwegingen van de rechtbank. Gelet op het feit dat er nog (gesignaleerd staande) medeverdachten en getuigen moeten worden gehoord, acht het hof de onderzoeksgrond onverminderd aanwezig. Gelet op de lange periode en het stelselmatige karakter van de feiten die aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggen is het hof van oordeel dat ook het recidivegevaar onverkort aanwezig is.

Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in art. 67a lid 3 Sv zich thans niet voordoet.

Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen, omdat het belang dat de verdachte heeft bij zijn invrijheidstelling niet opweegt tegen de gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die in het bevel tot zijn gevangenhouding zijn aangewezen, welke ook thans nog grond geven tot voortduring van zijn vrijheidsbeneming.

13/684926-14

De beslissing

Het hof:

WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Deze beschikking is gegeven op 11 maart 2015 in raadkamer van dit hof door

mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,

mrs. D. Radder en F.W. van Lottum, raadsheren,

in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.

De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.

Amsterdam, 11 maart 2015,

de advocaat-generaal


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature